Stolpersteine Torenlaan 15 

Stolpersteine Torenlaan 15

Hier worden in het voorjaar twee Stolpersteine (struikelstenen) onthuld voor Benoit Felix Catz en Rebekka Abramma Catz-Cohen.

Benoit Felix Catz, geboren in Tilburg op 3 december 1866. Zoon van koopman Samuel Mozes Catz en Wilhelmina Michels. 

In 1895 studeerde Catz af waarna hij zich als huisarts vestigde in Nieuw- en Sint Joostland. 

Daar trouwde hij op 25 januari 1898 met apothekersbediende Rebekka Abramma Cohen, geboren op 20 juni in Assen als dochter van de ongehuwde Rosalia Rosalia Aurelia Cohen en een onbekende vader. Er werden drie kinderen geboren: een levenloos jongetje en twee dochters, Irma Rosa en Helma. 

In 1910 kwam het gezin Catz-Cohen vanuit Zeeland naar de Zwaluwenweg in Blaricum waar hij zijn praktijk als geneesheer voor Blaricum, Laren en Eemnes begon. Later verhuisde het gezin naar de Torenlaan 15, waar het gezin woonde en waar ook de dokterspraktijk was. De Duitse bezetting maakte het voor Catz en zijn echtgenote noodzakelijk om een onderduikadres te zoeken. Dat vonden ze op de Noolseweg 11 bij de bekende architect Theo Rueter, die hun huis aan de Torenlaan had gebouwd. In juli 1943 werd het bejaarde echtpaar (77 en 74 jaar) verraden. Om aan deportatie te ontkomen vluchtten zij samen in de dood. Zijn overleden in het Sint Jan Ziekenhuis in Laren. Hij op 26 juli 1943 en zijn een dag later. Zij werden begraven op de algemene begraafplaats “de Woensberg” in Blaricum. Zij werden begeleid door een lange stoet dorpelingen. Hun graf is daar nog altijd te vinden. 

Dr. Catz kreeg, na de oorlog, een straat naar zich vernoemd (Dr. Catzlaan). 


Bron: Ron van den Berg: "1942: Blaricum, haar Joodse inwoners en hoe het hen verging."