Hier wordt in het najaar 2025 een Stolperstein (struikelsteen) onthuld voor Henriëtte (Sara) Salomon.
Henriëtte (Sara) Salomon werd geboren in Berlijn op 30 juni 1889. Vermoedelijk kreeg ze de tweede voornaam ‘Sara’ niet bij haar geboorte maar werd die later door de Duitse overheid opgelegd om aan te geven dat ze joods was; om die reden laten we die verder weg.
Vanaf april 1932 gaf Salomon les in Duits, Grieks en geschiedenis (als bijvak) aan de Staatliche Augusta-Schule in Berlijn-Schöneberg. Omdat ze joods was werd ze met ingang van 1 december 1933 op grond van de wet tot herstel van het ambtenarenapparaat ontslagen en kreeg ze een beroepsverbod. Nog datzelfde jaar vertrok ze naar ons land.
Salomons Nederlandse administratieve geschiedenis begint op 30 april 1934. Ze komt dan vanuit Zandvoort naar Bloemendaal en gaat hier als privédocente werken; ze geeft Grieks, Latijn en Duits en in later jaren Nederlands.
Op 26 maart 1940 verhuist ze naar Zandvoort terug, op 9 oktober 1940 vertrekt ze naar Laren, Eemnesserweg 14. Dat was het adres van het St. Jan Ziekenhuis. Zes weken daarna, op 27-11-1940, gaat ze, tegelijk met Leonie (1890) en Charlotte (1895) Salomon, met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid haar zussen, op de Noolseweg in Blaricum inwonen bij mevrouw Koch, volgens de telefoongidsen van die jaren ‘Koch, Zr. E. Rusthuis Langenhorst Noolschew, B 29’. Dat was op de hoek Noolscheweg-Prof. van Reeslaan en bestond daar van 1939 tot 1948. Of Henriëtte in die periode lesgeeft weet ik niet; wel slaagt ze eind 1941 voor haar eerste examen Hebreeuws.
Op 7 april 1942 wordt daar, in het huis dat eigendom is van Johannes de Beer (1879) uit Amsterdam, door H. Hoenders en J. Esseling van Einsatzstab Reichsleiter Rosenberg een boedel inbeslagname document opgesteld. Bij de opmerkingen staat: ‘nur Kleider und Wäsche zur Henriette Sara Salomon gehörend. nur Kleider und Wäsche zu den Schwestern Leonine und Charlotte Salomon gehörend.’
Toen Henriëtte Salomon zich op 9 oktober 1942 gedwongen in Amsterdam vestigde was dat in de Rivierenbuurt, op Jekerstraat 21III, pension (Saul) Lilienthal. Daar hervatte ze haar taallessen.
Per 1 augustus 1943 werd ze uitgeschreven naar Kamp Westerbork. Dat was de ‘ambtelijke’ datum. In werkelijkheid werd Salomon op 27 januari 1943 geïnterneerd in Kamp Vught en van daar op 20 mei van dat jaar naar Westerbork gestuurd.
Op 10 september 1943 deed het Hoofd boekhouden van Kamp Westerbork aangifte van het overlijden aldaar op 9 september 1943 van ‘Salomon, Henriette Sara (…) leerares talen te Westerbork’. Ze zou zichzelf van het leven hebben beroofd. Ze werd gecremeerd; haar as is bijgezet op de Joodse Begraafplaats in Diemen.
Salomon was ongehuwd en kinderloos.
Leonie en Charlotte Salomon verlieten Noolseweg 29 eerder dan Henriëtte: op 10 april 1942, vrijwel direct na de boedelopname. Via Amsterdam vertrokken ze naar Heemstede. Er zijn geen aanwijzingen dat zij de oorlog niet hebben overleefd.
Bron: ‘1942: Blaricum, haar joodse inwoners en hoe het hen verging’. https://hdl.handle.net/21.12143/301823155