Emil Rosendahl werd op 8 april 1871 geboren in Barmen (Dld) als zoon van Isaac Rosendahl en Henriette Simson.

Hij, veehandelaar te Wuppertal, trouwde met Elisa Uhlmann (Hunteburg, 5 december 1875), dochter van Meier Uhlmann en Johanna Katzenstein. Op haar archiefkaart in het Amsterdams bevolkingsregister wordt overigens alleen haar moeders naam vermeld. Verder is zowel bij haar als bij Emil een tweede voornaam doorgehaald (Sara resp. Israël). Die tweede voornamen waren in Duitsland verplicht toegevoegd omdat uit hun eigen voornamen niet genoeg duidelijk was dat ze joods waren. Amsterdam schrapte op enig moment die opgelegde extra voornamen.

Drie kinderen kreeg het echtpaar Rosendahl: Mary, Henriette en Fritz. De eerste twee emigreerden tijdig (d.i. in de jaren dertig) naar de Verenigde Staten. De derde, zoon Fritz vluchtte voor de nazi’s naar Nederland (zie bij Capittenweg 36).

In 1938 ontvluchtte ook het echtpaar Rosendahl-Uhlmann Duitsland. Ze werden op 24 december 1938 ingeschreven op Huizerweg 31 in Blaricum maar trokken al snel in bij hun zoon Fritz op Capittenweg 36. Van daar verhuisden ze naar de nabijgelegen Schapendrift 6d. 

Eind juni 1943 moesten Emil en zijn vrouw Blaricum verlaten en naar Amsterdam verhuizen. Daar woonden ze op de Lekstraat 104II, de Ben Viljoenstraat en ten slotte op Transvaalstraat 110I. De woningkaart van dat adres meldt achter hun namen: V O W. Op de archiefkaart van Elisa staat hetzelfde: "Verdwenen Onbekend Waarheen". Maar wel met een datum in 1946. Emil echter, is volgens zijn archiefkaart per 12 juli 1943 afgeschreven naar Duitsland. Die data zijn alle ‘ambtelijke’ data. In werkelijkheid waren Emil Rosendahl en Elisa Uhlmann toen al op transport naar Westerbork gesteld en op 20 april van Westerbork naar Sobibor gedeporteerd. Op 23 april 1943 waren ze daar vermoord. 

Op 3 november 1949 wordt dat in de Nederlandsche Staatscourant officieel gemeld.

Behalve het echtpaar Emil en Elisa Rosendahl-Uhlmann zelf werden ook hun zoon Fritz, diens vrouw Marianne en hun dochters Hannelore en Anna slachtoffer van de Holocaust. 

De twee naar Amerika vertrokken dochters van het echtpaar, Mary en Henriette, trouwden daar met Friedrich Rotschild respectievelijk Emil Frankenberg en woonden begin jaren vijftig beiden in New Jersey. 

Bron: ‘1942: Blaricum, haar joodse inwoners en hoe het hen verging’. https://hdl.handle.net/21.12143/301823155