Hier wordt in het najaar 2025 een Stolperstein (struikelsteen) onthuld voor Aron Herschel.
Aron Herschel werd op 27 februari 1884 geboren in Goor als zesde kind in het kinderrijke gezin van koopman Natan Herschel en Elisabeth van Engel. In de diverse bevolkingsregisters wordt als Arons beroep ‘bediende’ (Smilde; dienstbodenregister), winkelbediende en handelsreiziger genoemd. Uit het bevolkingsregister van Assen blijkt dat hij enige tijd in Afrika (Congo) is geweest van waar hij in 1913 terugkeerde in Assen.
Na een kennelijk verblijf in Brussel kwam hij in augustus 1940 in Rotterdam wonen, onder meer op Kruiskade 32. Toen joodse inwoners verplicht werden uit Rotterdam te vertrekken, vertrok hij in maart 1941 naar Blaricum waar hij werd ingeschreven op Kerkpad 22, tegelijk met de eveneens gedwongen uit Rotterdam vertrokken Sofie Bär (zie bij Kerkpad 6). Dat was het adres van de kunstschilder Sal Meijer (1877-1965) en zijn vrouw die een deel van hun woning verhuurden.
Een jaar later, in maart 1942, werd hij geregistreerd als een van de ongeveer 60 in Blaricum wonende joden. In januari 1943 moest hij uit Blaricum naar Amsterdam vertrekken waar hij Nieuwe Hoogstraat 9-11 woonde. Zijn archiefkaart vermeldt als beroep ‘rentenier’, wat overigens later werd doorgehaald.
Officieel werd Aron Herschel per 30 december 1942 uit Amsterdam uitgeschreven naar Duitsland. In werkelijkheid was hij al op 17 november 1942 vanuit Amsterdam naar Kamp Westerbork overgebracht. Een week daarna, op 24 november, werd hij op transport gesteld naar Auschwitz waar hij op 27 november 1942 werd vermoord. Vier van zijn broers en alle vier zijn zussen ondergingen hetzelfde lot.Aron Herschel bleef ongehuwd en kinderloos.
Bron: ‘1942: Blaricum, haar joodse inwoners en hoe het hen verging’. https://hdl.handle.net/21.12143/301823155