Hier wordt in het najaar 2025 een Stolperstein (struikelsteen) onthuld voor David Königsberger
David Königsberger werd op 22-3-1885 in Amsterdam geboren Hij was het eerste kind en de enige zoon van diamantwerker Simon Königsberger en zijn echtgenote Sara Jacobs die na hem nog twee dochters zouden krijgen: Rachel (1886) en Eva (1891).
David werkte als kantoorbediende en werd later vertegenwoordiger en koopman. Hij trouwde op 3 april 1917 in Amsterdam met Elisabeth van Collem (Rotterdam 3-3-1893, overleden 1964), dochter van de communistische dichter Abraham Eliazer van Collem en Henriëtte Prins. Het echtpaar kreeg twee zonen, Willem (1918-2005) en Hans (1921-2007). In 1928 eindigde het huwelijk in een echtscheiding.
Königsberger hertrouwde op 17 april 1929 in Amsterdam met kunsthandelaarster Hélèna Johanna Hermina Spoor (Amsterdam 13-11-1902), een huwelijk dat in 1934 eveneens op een scheiding uitliep; zij vertrok in 1940 naar Amerika.
Op 1 juli 1936 trad hij voor de derde maal in het huwelijk. In Amsterdam, met kapster (ook: vertegenwoordigster) Lucia Daverveldt (Roosendaal 2-1- 1906).
In oktober 1936 lieten Königsberger en Daverveldt Amsterdam achter zich en gingen in Laren op de Jagersweg wonen. Per 23 januari 1941 werd Noolseweg 31 in Blaricum hun nieuwe adres. Gedwongen door de anti joodse maatregelen keerde het stel In 1942 naar Amsterdam terug: op Willemsparkweg 142hs. Volgens de woningkaart van dat adres is trok Daverveldt daar (officieel) al op 11 augustus in en Königsberger pas op 23 december 1942. Daverveldt verhuisde In juli 1943 naar Vondelstraat 84hs waar ze werd ingeschreven zich als ‘Koningsbergen /W/ Daverveldt Lucia’. Gaf ze voor weduwe te zijn?
De officiële gegevens kunnen niet kloppen. In werkelijkheid is David Königsberger nooit naar Amsterdam vertrokken. Terwijl hij nog in Blaricum woont beweegt hij zich vrij, volgens de plaatselijke politie (van Laren) nogal roekeloos en zonder de verplichte jodenster door de omgeving. Op 19 mei 1942 wordt hij in Laren ‘op aangifte aangehouden’. Hij is verraden. De Larense politie brengt hem over naar Amsterdam. Hij wordt naar Kamp Amersfoort overgebracht en van daar op 23 juli 1942 naar concentratiekamp Mauthausen gedeporteerd waar hij op 3 september 1942 wordt vermoord. In de Nederlandsche Staatscourant van 23 februari 1950 wordt dat officieel bevestigd.
Lucia Königsberger-Daverveldt, waarschijnlijk niet-joods, overleefde de oorlog; in 1947 ging ze in Den Haag wonen
Evenals David wordt zijn zus Eva Cohen-Königsberger (17-11-1891) door de nazi’s vermoord. In Bergen Belsen op 26 oktober 1944. Hun zus Rachel Maijkels-Königsberger, haar zoon Henri en haar dochter Regina overleven de oorlog; haar dochter Elly Sara Polak-Maijkels wordt in Duitsland vermoord.
Bron: ‘1942: Blaricum, haar joodse inwoners en hoe het hen verging’. https://hdl.handle.net/21.12143/301823155